Hallo,
Mijn naam is Lou. Ik ben een jongetje dat de wereld met zijn hart bekijkt…
Niet altijd gemakkelijk voor mijn ouders. Ik ben dus blind en anders (geestelijk dan).
Zij zagen het levenslicht in het Frans in de herfst van 2003 en worden stuk voor stuk vertaald in uw taal.
Er zullen dus regelmatig nieuwe artikels verschijnen.
WAARSCHUWING
Met al mijn excuses voor wie het niet doorheeft, maar alle teksten worden bedacht en geschreven door mij (zijn papa).
Lou is daar momenteel niet toe in staat, zoals hij vandaag ook niet snapt wat een 'computer', 'internet' is, of zich lange tijd op een gesprek kan concentreren. Alleen de toekomst zal ons vertellen of wij erin zullen slagen om hem volledig te doen opnemen in de wereld waarin hij leeft.
Deze verhalen gaan dus wel over dingen en feiten die echt gebeurd zijn, maar ik leg ze uit op basis van zijn gedrag. Maar ik denk niet dat ik me vergis in die uitleg, want ik ken hem na vijf jaar nu wel al door en door.
Nog even dit : Lou en zijn gezin zijn Franstalig, de teksten zijn dus vertaald, maar de zinnetjes die hij zelf zegt worden vaak in zijn moedertaal opgenomen, want zo zegt hij ze ook letterlijk.
Meer informatie? Zien “lees mij”
BEDANKT
Zeker ook dank aan de Koning Boudewijnstichting (" Buiten categorie"). De nieuwe opmaak, de hosting en de vertaling waren enkel mogelijk dankzij de financiële steun van de stichting.
Nu, dankzij een automatische vertaler op de Franse pagina van het « Dagboek van Lou », uw kunt de actie van onze ongelooflijke avontuur met Lou in uw taal lezen.
Lettre A Lou (Luc Boland / België / 2005 / 52 min / D: Frans, OT: Engels) : Lou is een opgewekt, ondeugend, zesjarig kereltje. Een echte kleine prins voor zijn ouders en zijn oudere zussen. Maar toch is Lou anders dan de anderen: hij is al sinds zijn geboorte blind. Zijn vader Luc Boland, die filmmaker is van beroep, registreerde met zijn camera de eerste zes levensjaren van zijn zoontje. Als dagboek, ook al weet hij dat Lou de beelden waarschijnlijk nooit zal zien. Hij toont hoe het ganse gezin, iedere dag opnieuw, een strijd voert om Lou de wereld rond hem te leren kennen. Want hoe leg je iets uit aan iemand die niets kan zien? Toch is deze film optimistisch van toon. Hij toont dat Lou een jongetje is dat de wereld met zijn hart bekijkt in de plaats van met zijn ogen._Naast deze film bestaat er ook een website opgedragen aan Lou. Op deze site schrijft de maker, naast brieven aan zijn zoon, ook een blog over zijn en Lou’s gedachten en gevoelens.
Lettre à Lou won le Clef d’Argent en le Prix de Bureau op het 30e Festival Mentale de Lorquin (Frankrijk) en werd tevens geselecteerd voor het internationaal documentaire filmfestival in Flahertiana (Rusland) en Le Festival International des Programmes Audiovisuels in Biarritz (Frankrijk)._Luc Boland schrijft, regisseert en produceert hoofdzakelijk televisieseries maar bracht in 1998 zijn eerste televisiefilm uit, Une Sirene dans la Nuit, die hoog aangeschreven werd door de Franstalige pers
Jullie weten natuurlijk al dat ik van alle soorten muziek hou.
Omdat ik ondertussen al aan mijn eertse griep van de seizoen toe ben (!) – niks erg, gewoon wat koorts twee dagen, die me erg druk maakt -, heb ik twee dagen gelogeerd bij opa en oma. En dan maken mijn ouders altijd een tas voor mij klaar met wat ik nodig heb voor de reis : de olifant, spelletjes en mijn favoriete cd’s. Maar dankzij de radio in de auto, en vooral dankzij mijn grote zus Mathilde, heb ik nu Sean Paul ontdekt. Waw ! Ik ben er kapot van ! Knap dat dat is ! Die kerel is echt dodelijk met zijn ritmes en zijn uitspraak. Ik wissel dus voor het moment Henri Dès af met Sean Paul via "Peter en de Wolf", zonder scrupules. Het moet niet elke dag hetzelfde zijn !
Bij mijn grootouders heb ik hen dus gevraagd om de cd van Sean Paul op te zetten. Ze leken nogal verrast toen ze hem hoorden. Ik weet niet echt wat ze ervan dachten wanten ze praatten stilletjes met elkaar, om mij dan voor te stellen om het geluid wat zachter te zetten.
Toen ik dus gisteravond thuis kwam, heb ik alles verteld aan mama met een lachje op mijn gezicht (het is een primeur dat ik zoiets vertel !) : "Oma kent Sean Paul niet, hé ?". Mama heeft dat bevestigd. Ze luisteren niet naar een radio zoals "Strudio Brussel" en ook niet naar variété. En ik daarop, dit keer met mijn banaan-glimlach : "Ze houdt niet veel van Sean Paul, oma". En daar hebben we alle twee heel erg om gelachen ! Grappig dat mensen een andere smaak hebben. Ik neem alles wat komt, op voorwaarde dat het mooi klinkt, in harmonie, grappig origineel of straf is !
foto: Ik besef dat ik jullie nog altijd niet verteld heb over mijn relatie met de wind, ook al staan er foto’s over dat onderwerp in de kolom rechts (afwisselend).
Ik hou van de wind ! Voor mij is dat het leven dat zich verplaatst. Papa heeft mij uitgelegd dat wind ‘materie’ is…Maar dan wel hele lichte En als we lopen voelen we dat we die wind verplaatsen, voelen we dat we door iets heen stappen, zonder al te veel tegenstand. Hij heeft me ook gezegd dat hij er zich soms mee amuseert om zich in mijn plaats te zetten en dan met gesloten ogen loopt en dat hij dat gevoel heel tof vindt. Probeer het ook maar eens (maar zorg er wel voor dat er geen hindernissen in de buurt zijn – of ik krijg morgen tientallen mails van mensen met builen - !). Je moet niet eens snel stappen, maar doe het tien of vijftien seconden lang en concentreer je op wat je voelt op je gezicht. Je zal zien, we hebben allemaal vergeten dat we door een materie stappen zoals de vissen in het water. De wind, dat zijn de golven en de baren van de lucht. Dat is de aarde die ademt.
De reeks foto’s in de kolom rechts zijn van een groot onweer toen we in de Ardennen waren, meer dan een jaar geleden. Wind van 130 Km/uur. ! Je zal maar recht van de kapper komen. We hoorden de elektriciteitskabels fluiten. Er waren momenten dat ik bijna niet meer recht kon blijven of mij moest plooien om niet weg te vliegen. Gelukkig hield mama mij goed in het oog. Je kan je voorstellen dat ik soms gilde van plezier. En tussen twee windstoten in, wachtte ik, met de ogen wijdopen, tot de volgende aanval (zie foto 1). Als die niet te hard was, hief ik mijn gezicht op als de boeg van een boot die door de zee klieft (zie foto 2).
Jaaaaaa ! Zaterdagnamiddag hebben papa, mama en Eva mij meegenomen naar mijn eerste show ! We zijn gaan kijken naar "Les Déménageurs" die zingen en het verhaal vertellen van "Lili et les escargots" (Lili en de slakken).
Mijn ouders hadden me enkele dagen ervoor al voorbereid op het hele evenement. Ik kende "Lili et les escargots" al omdat we er thuis de cd van hebben. Een concert ! Een echt ! Zoals de cd van Henry Dès die mij zo fascineerde toen ik de hele zaal hoorde meezingen !
Om eerlijk te zijn, begon ik het tegen de middag wat warm te krijgen... "’k Wil nie ! " - "’k Wil nie meer !" En zij mij maar sussen.
Het voordeel van mijn toestand is dat papa met mij binnenkan langs een aparte ingang, gelukkig maar want die massa mensen maken mij nogal nerveus. Wij konden direct binnen in de zaal.
Resultaat : ik heb mij rot geamuseerd. Vooral toen de verantwoordelijke van de zaal de kinderen vroeg om de indrukken van de show in hun hoofd vast te houden om te vermijden dat iedereen zou gaan babbelen tijdens het optreden. Ik heb geroepen : "Ja, meneer !" En de zaal maar lachen.
Het concert op zich vond ik wel tof, ook al was het soms nogal luid. Je kan je voorstellen hoe ik zat te wiegen op mijn zetel op het ritme van de liedjes. Soms zong ik zelfs mee omdat ik de liedjes kende. Er was wel een moment dat ik moe werd, dat het me te veel werd, maar dan heeft mama mij in haar armen genomen.
Besluit : Mama en papa hebben me beloofd dat ik mee mag naar Henry Dès als hij naar België komt (naar het schijnt woont hij in Zwitserland).
In het rijtje personages die ik uitvind of nadoe, moet ik u Hondje Courage en Meneer René niet meer voorstellen. ...Sinds kort zijn er enkele nieuwe bij ! Zo ben ik heel graag de vriend van kleine Peter (uit Peter en de Wolf). Als de muziek van de wolf begint, begin ik te gillen : "Peter, Peter ! Pas op, daar komt de wolf !" Maar HET personage dat ik voor het moment echt kei-neig vind is "Meneer". Vraag mij niet wie het is, dat maakt echt niks uit. Ik heb Meneer uitgevonden om met een diepe stem te kunnen praten zoals papa. Het probleem is dat ik een kinderstem heb. Om dus met een lage stem te kunnen praten, duw ik mijn kin naar beneden en spreek ik diep uit mijn keel (Dat lukt me goed).
"Meneer" is dus een onmisbare maat geworden. Hij is altijd erg serieus : "Ja-euh... dat klopt-euh... Opa is er niet-euh...". En het grappigste was nog toen ik hem onlangs echt gestalte gaf : ik liep op de trap en ik zei : "Kom, Meneer, je moet Loulou een handje geven om naar beneden te gaan." (!) Ik heb dus mijn eigen linkerhand gebruikt als de zijne, en in mijn rechterhand gelegd, om zo naar de salon te stappen. En ik snap niet waarom maar toen mama mij zo de trap af zag komen, ging ze echt flippen. Ze zei dat ik mij moest vasthouden, maar dat kon ik niet want mijn twee handen waren bezet. We hebben dus een compromis gevonden : Meneer en ik zouden arm over arm lopen, zo kon ik mij toch nog vasthouden (zie de foto).
Ik moet wel zeggen dat ik echt niet snapte waarom mama zo panikeerde : ik ben echt heel knap op de trap (zie. art. 111 en art. 112), ook al ben ik er al een paar keer af gedonderd, dat was toch zonder veel erg.
Ik moet het je niet vertellen, na de storm in bad is de rest van de dag nog fantastisch verlopen. Beneden heeft mama gebeld naar opa en oma om te horen hoe het met hen was. En ik mocht met hen babbelen aan de telefoon. En ik doe niks liever, je kent mij.
Oké, oké, ik geef het toe, ik sla soms zomaar iets uit. Het is echt nie het moment om mij te concentreren, vind ik. Een telefoon is een telefoon… zoals van "Buzz Lightyear" ( zie art. 56 ) : iedereen zegt wat hij wil wanneer hij wil. Het bewijs : Buzz Lightyear antwoordt mij nooit. Het is dus een spelletje ook al heb ik papa, mama of iemand anders die ik ken aan de lijn.
169. Kroniek van de tijd die voorbijgaat (13) : Door de luizen...
‘k Zit in bad, zoals elke avond. Papa zit achter zijn computer, ook zoals elke avond. Het typisch tafereel.
Af en toe roep ik hem door de muur. "Papa, ik wil koud water !". CHet is niet dat mijn medicament om mij water te doen ophouden, niet werkt (je weet wel, mijn "diabetes insipidus" (cfr. "Lees mij" – artikel 4 - : de handicap) of dorstziekte waardoor ik om de twaalf uur, waarvan één keer ‘s avonds, een vloeistof in mijn neus gespoten krijg). Nee, het is natuurlijk een smoes om papa bij mij te krijgen en met het spel van het visje te spelen, terwijl ik met mijn mond tegen het water in het glas babbel. "Papaaaa !" Eén keer, twee keer, drie keer (want elke keer gooi ik het water in het bad en wil ik nieuw : een techniek die altijd werkt).
Wil je mijn laatste spelletje kennen? Ik doe de hommel na. (het is het seizoen, nietwaar). Het begon allemaal onlangs in bad : ik kneep mijn neus dicht om een geluid, ‘k weet niet eens welk, na te doen toen mama (ja, want papa zie ik niet meer zo dikwijls de laatste tijd), mij nadeed, maar dan beter. Ik moest daar zo om lachen ! Ik heb wel geprobeerd om hetzelfde te doen, maar omdat ik niet zag hoe zij het deed, heeft ze mijn vingers gepakt en ze juist gezet, dit wil zeggen de ene wat hoger dan de andere op de neusgaten. Meer had ik niet nodig, ik begon er direct aan, en met talent, alstublieft ! Mama heeft mij uitgelegd dat het het geluid was van de vleugels van een insect dat hommel heet. Nu je het zegt, ik heb dat ooit al wel ergens gehoord… maar een hommel, vleugels en vliegen... ik kan het me maar moeilijk voorstellen (maar dat kan me geen bal schelen). Ik weet wel wat een dier is, dat is toch al iets !
Jullie maken het leven toch wel moeilijk, hoor, met al die woorden die op dezelfde manier worden uitgesproken maar iets anders willen zeggen.
Zet u eens in mijn schoenen : Ik heb dorst en ik wil water ? "Tiens, ton verre est là." (ok, een glas betekent in het Frans ‘verre’) Ik wil ergens naartoe ? "Va vers la porte." (ga maar naar de deur, hier wil ‘vers’ dus zeggen ‘naar’) De auto vertrekt weer ? "Le feu est vert." (of het licht springt op groen, dus hier is ‘vert’ groen). Dan heb ik het nog niet over het beestje (vers=worm), over het materiaal (verre=glas)…
Voor iemand die niet kan zien, ik dus, betekent dat elke keer weer fameuze hersengymnastiek : "Va-vers-la-porte" = of ga naar de deur wordt dan ‘ga glas de deur’, of "Ga kleur (vert) de deur"... ja, zeg dan... "Ga in de richting van de deur" en laat dat verwarrende woord achterwege. . Akkoord, ik overdrijf misschien een beetje, maar er zijn wel erg veel woorden die op elkaar lijken (homoniemen volgens papa). Om er maar enkele, heel gewone, te noemen : hard en hart, gril en grill, kruid en kruit, peil en pijl, en ga zo maar door.
Toen papa mij kwam halen in de opvang op school, zat ik op de weegschaal en zong ik een liedje dat ik op de cd-speler hoorde. Papa was verrast omdat ik het van buiten kende maar ik had het nooit thuis gezongen. Elisabeth, mijn opvang, vertelde hem dat ik nogal dol was op die plaat… net als de andere kinderen. En dat kan niet missen ! Het is er helemaal op… Een kerel met een klein grappig stemmetje, nogal onzeker en soms uit de toon, maar zo ontroerend, dat kan alleen maar in mijn smaak vallen. Toen papa mij vroeg of ik de zanger kende, heb ik hem zonder aarzelen gezegd : "Bourvil !"
Ik weet niet waarom, maar papa is dan met een uitleg begonnen : "Ik ken hem ook... Ik vind hem ook tof. Enfin, ik ken zijn liedjes, niet hem persoonlijk. Hij is erg oud. Ik wil eigenlijk zeggen dat hij dood is. Maar je bent nog wat klein om dat te snappen, denk ik." Soms geraakt papa echt niet uit zijn woorden. Waarom wil hij altijd toch zo duidelijk zijn ? Dus, hij heeft me verteld dat Bourvil dood is, net als Gainsbourg. En inderdaad, ik snapte er niets van : ik weet niet wat "dood" wil zeggen. Alles wat ik weet is dat er iemand in die cd-speler zit die, als je de cd opzet, voor mij zingt en dat vind ik cool !
(Weldra : antwoord van papa in de Brief aan Lou nr. 12).
Ik heb just een echt tof moment met papa gehad. Hij heeft de laatste tijd enorm veel werk en ik heb hem gevraagd of ik bij hem langs mocht gaan na het bad. Het wordt zelfs een gewoonte. Dan ga ik op zijn knieën zitten en we kletsen enkele minuutjes.
Maar vandaag heeft hij me gezegd dat hij mijn leven vertelt op het internet (mijn ouders vallen ook altijd in herhaling, echt waar!). En om mij dat voor de honderdste keer uit te leggen, heeft hij de laatste video on line gezet.
Ik vond het heel geestig om mij zo weer te horen. Ik heb zo hard gelachen dat ik in de armen van papa wegkroop.
Als dat internet is, dan doe ik mee. Maar bon, het ziet er nogal ingewikkeld uit als ik zie hoeveel tijd papa in zijn bureau zit. Hum...
T’is niet omdat ik niks meer over hem zeg dat hij uit mijn leven verdwenen is. Over wie ik het heb ? Over mijn kameraad de olifant-die-alles-nazegt- wat-ik-zeg, verdorie !. Ik sleur hem overal mee en hij begint nu uit elkaar te vallen. Zijn hals is kapot en de schakelaar voor de microfoon begint kuren te krijgen. Maar soit...
"Dr.olifant", dat is een tijdverdrijf, een manier om te communiceren of om te spelen, maar "Mister Oliphant", dat is ook een goede manier om mij in mijn belletje op te sluiten, om alles stil te maken rondom mij en te doen alsof de rest van de wereld niet bestaat.
In feite is het dezelfde strijd, met mijn kleine gebaren om me gerust te stellen (zie "Mijn kleine handjes" en "Hoe ik de dingen zie") of met de olifant : "dode" tijd kan niet bestaan. Ik moet altijd bezig zijn. Niets doen betekent in het niets zijn. ...en ik denk dat er niet veel mensen zijn die moeten weten van het niets, of wel ?
Mijn kameraad de olifant, is dus niet altijd een goeie vriend. Ik voel wel dat mama en papa soms over iets anders beginnen om hem niet aan mij te geven. Maar ik laat me niet zomaar afleiden. Lang leve mijn kameraad de olifant !
163. Kroniek van de tijd die voorbijgaat (12): Kleine Lou en de volle maan
Drie uur in de ochtend, ik kan niet slapen. Het is volle maan. Ik begin dus te kletsen met Meneer René en de hele kliek, maar mijn verhaal mist geluid. Ik dus maar trappen tegen mijn Fisher Price bord aan mijn bed, dat klinkt beter en komt echter over ( zie
artikel 118).
Kwart over drie, mama komt de kamer binnen. Tof, gezelschap ! Maar ik hoor ze al komen : "Louke, het is nu tijd om te slapen. Iedereen doet dodo." En dan zoals altijd : tutterke weer in de mond, knuffel knuffel, zoentjes, lekker-zachte-dons weer op zijn plaats. Ik gehoorzaam en verstop mijn hoofd zoals altijd onder de dons. Mama gaat weer slapen. Ik wacht even.
Vijfendertig over drie. Goed, nu slapen ze wel. Het is het goeie moment om enkele liedjes te zingen. Damned, daar is mama weer. En nu is ze minder vriendelijk : "Loulou, nu wil ik niks meer horen ! Iedereen doet dodo en jij moet ook slapen anders ben je morgen doodop om naar school te gaan. En je mag de anderen niet wakker maken." Ik doe weer alsof ik heel braaf luister (het is de enige manier). Ik : "Slaapwel, mama !" Efkes rusten, tot ze weer slaapt.
Kwart over vier. Ik heel luid (die de kolere van meneer René nadoe) : "Nu ist genoeg ! Je mag geen lawaai maken ! Slaap, hondje Couraze !" Ah, dit keer komt papa eraan ! Mama slaapt zeker en ze hebben blijkbaar niet met elkaar gesproken, dus probeert hij het ook met de zachte methode (heel grappig, vind ik).
Besluit : het heeft geduurd tot zes uur ongeveer. Ja, ja, ze hadden me maar niet Lou moeten noemen (naar het Frans voor wolf), want de maan dat windt mij op. Ik moet ze niet eens zien om te weten dat ze er is. Ik ben één met de kosmos !
Gelukkig gaat het niet elke nacht zo, want eigenlijk hebben mijn ouders gelijk : s’morgens ben ik gewoon pompaf...
Lou (tegen Elisabeth op school) : "Zeg, Elisabeth, het is bijna winter ?" Elisabeth: "Waarom, Lou?" Lou : "Dan kunnen we de grasmaaiers niet meer horen..."
Dat was de gedachte van de dag (zie artikel 30 en andere over de passie van Lou voor mechanische of elektrische geluiden)