Ik moet het je niet vertellen, na de storm in bad is de rest van de dag nog fantastisch verlopen. Beneden heeft mama gebeld naar opa en oma om te horen hoe het met hen was. En ik mocht met hen babbelen aan de telefoon. En ik doe niks liever, je kent mij. Oké, oké, ik geef het toe, ik sla soms zomaar iets uit. Het is echt nie het moment om mij te concentreren, vind ik. Een telefoon is een telefoon… zoals van "Buzz Lightyear" ( zie art. 56 ) : iedereen zegt wat hij wil wanneer hij wil. Het bewijs : Buzz Lightyear antwoordt mij nooit. Het is dus een spelletje ook al heb ik papa, mama of iemand anders die ik ken aan de lijn.
Dus na de babbel met mijn grootouders en nadat mama inlegde, wou ik direct naar iemand anders bellen. De eerste aan wie ik dacht was de tante van mama die ik eigenlijk niet zo goed ken. ...Geen idee dus waarom ik aan haar dacht. Ik heb haar dus gebeld. Ik heb zelfs het nummer gedraaid, met een beetje hulp van mama’s hand. Met Geneviève –mijn groottante-, heb ik gekletst over "Meneer" , over het Hondje Courage
, over lelijke woorden, over alles en nog wat. Het was heeeeeel interessant. Echt waar ! Als mama niet had gezegd dat het afgelopen was, had ik graag nog heel lang voortgedaan.
Dan wou ik bellen naar Marie-Anne, mijn juf
. Antwoord : we gaan je juf toch thuis niet storen, ze is met verlof. Dan niet. Ach, Meneer René ! Antwoord : we hebben het nummer niet van Meneer René. Papa was er ondertussen bijgekomen en had plots een geniaal idee : hij zou naar de tuin gaan en ik kon hem dan bellen op zijn GSM. Dikke pret was dat !
Papa stak af en toe zijn hoofd door de tuindeur om me te laten horen waar hij was. Daarna hebben we om beurt het spelletje microblazen gespeeld. Wat een lawaai ! Papa probeerde mij een serieus gesprek te doen voeren met de uitleg dat dit voor echt was en dat hij echte antwoorden op zijn vragen wou horen (niet gewoon gelijk wat, zoals : "Hondje Courage geeft flut gezegd !"). Ik heb hem dan maar zijn zin gegeven, anders bleef hij maar zagen. Maar meer dan het verplichte minimum moest hij niet vragen : "ja", "ja papa", "nee" en een zin of twee. Daarna heeft hij me uitgelegd dat je aan de telefoon met elkaar kunt praten en elkaar verstaan maar dat je soms heel ver van elkaar kon zjin (soms vraag ik me af of ze mij nu echt voor een ezel houden…). Dan is hij teruggekomen naar de salon en we hebben goed gelachen omdat ik nu zowel zijn echte stem als zijn stem in de telefoon hoorde.
Tot besluit, we hebben de telefoonmaatschappij weer wat rijker gemaakt. ! Maar ik vind zijn plan zo geweldig dat ik het zeker nog eens wil doen !
Om de dag mooi af te ronden, heeft papa vlak voor ik ging slapen een vuurtje gemaakt in de open haard en hebben we het aperitief gedronken. Ik heb enkele « Tuc »-jes gegeten, het enige zoute koekje dat ik lust. En dan ben ik gaan slapen. Al die shampoo in mijn ogen was ik ondertussen al lang vergeten !
|