Papa babbelt altijd in mijn plaats en het gaat altijd over hem, over mij ook natuurlijk en heel soms over mama. Maar in feite houdt mama zich heel veel bezig met mij en ze heeft altijd heel plezante ideeën en zooooveeeel geduld met mij.
En buiten thuis is er school en mijn allerliefste juf die mij al drie jaar vanalles leert : Marie-Anne. ’k ben helemaal zot van haar. En werken dat ze moet doen, met die zeven clowns in haar klas. Ze spaart zich geen moeite en dat beseffen papa en mama niet altijd. Hoewel… Een voorbeeld ? "Peter en de wolf" (art. 154). Mijn ouders denken dat ze het buskruit uitgevonden hebben, en ik doe alsof mijn neus bloedt. Ik moet toegeven dat ik niet veel vertel over school (gelukkig schrijft Marie-Anne dikwijls in het klasdagboek). Maar in feite luister ik in de klas al sinds september naar "Peter en de wolf". Mijn ouders moeten ook niet alles weten, hé !
Maar beetje bij beetje begin ik te vertellen wat er allemaal op school gebeurt als ze er naar vragen (ze spelen eigenlijk vals want ze hebben het al gelezen in het klasdagboek !). Er het gebeurt meer en meer dat ik naar huis kom met liedjes die ik leerde van Meneer Guy met zijn gitaar (zoals "les rois mages, en Galilée..." – dat past toch !). En dan al die dingen die ik doe met Martine in de les "relationele psychomotoriek" (ik zeg die woorden graag), en dan is er nog Brigitte en al die anderen : de meisjes van de opvang (Elisabeth, Elisa et Danièle) die ons eten geven (bij mij is het altijd "njet").
Wat ik wil zeggen is dat er mensen zijn die ik heel graag zie en die zich met mij bezighouden op school en ook zij helpen mij om groot worden.
PS: op de foto wandelt ze met mij rond in een kruiwagen tijdens de milieuklassen, als een pasja (weet je nog, toen met het schaap !) (cfr. het schaap)
|