Hallo,
Mijn naam is Lou. Ik ben een jongetje dat de wereld met zijn hart bekijkt…
Niet altijd gemakkelijk voor mijn ouders. Ik ben dus blind en anders (geestelijk dan).
Zij zagen het levenslicht in het Frans in de herfst van 2003 en worden stuk voor stuk vertaald in uw taal.
Er zullen dus regelmatig nieuwe artikels verschijnen.
WAARSCHUWING
Met al mijn excuses voor wie het niet doorheeft, maar alle teksten worden bedacht en geschreven door mij (zijn papa).
Lou is daar momenteel niet toe in staat, zoals hij vandaag ook niet snapt wat een 'computer', 'internet' is, of zich lange tijd op een gesprek kan concentreren. Alleen de toekomst zal ons vertellen of wij erin zullen slagen om hem volledig te doen opnemen in de wereld waarin hij leeft.
Deze verhalen gaan dus wel over dingen en feiten die echt gebeurd zijn, maar ik leg ze uit op basis van zijn gedrag. Maar ik denk niet dat ik me vergis in die uitleg, want ik ken hem na vijf jaar nu wel al door en door.
Nog even dit : Lou en zijn gezin zijn Franstalig, de teksten zijn dus vertaald, maar de zinnetjes die hij zelf zegt worden vaak in zijn moedertaal opgenomen, want zo zegt hij ze ook letterlijk.
Meer informatie? Zien “lees mij”
BEDANKT
Zeker ook dank aan de Koning Boudewijnstichting (" Buiten categorie"). De nieuwe opmaak, de hosting en de vertaling waren enkel mogelijk dankzij de financiële steun van de stichting.
Goed, ik geef het toe, ik ben soms lastig. Je weet dat ik niet graag iets aanraak dat ik niet ken, en dat geldt ook voor wat ik eet. Nochtans moet er voor alles een eerste keer zijn, hé, anders leer je nooit iets nieuws kennen. Dat leidt soms tot eindeloze gevechten met papa, mama of Marie-Anne, mijn juf, die mij soms echt niet met rust willen laten in mijn "comfortabel driekamerflatje waar ik zo graag zit".
Over het algemeen gaat het gesprek zo : Ik : "’k wil nie ! ‘K wil nie ! Ik ben bang !" of soms gewoonweg : "Geen zin !" De volwassene (liefst kalm): "Niet akkoord, Lou, je zal ... -wat ze van mij verwachten- en je moet niet bang zijn !" Ik (die al voel dat de andere niet zal opgeven) : "ik ben bang ! ik ben bang !" (en ik doe er dan nog dikwijls twee of drie schepjes bovenop) De volwassene probeert met mij te redeneren, en verplicht mij dan rustig, ik doe het dan maar trek mijn hand direct weer terug. En dan speel ik het spelletje mee en herhaal ik de zin van de grote : "Zie je wel dat je niet bang moet zijn !" .
Bij voorbeeld : op school hadden we, Anne-Marie, mijn vrienden en ik, ooit eens een driekoningentaart gemaakt.. En ja, ik heb mijn handen in het deeg geduwd ! Halleluja ! ...Maar toen ik de taart ook moest opeten was het njet en nog eens njet !
Moraal van het verhaal : de kleine prins zal nooit koning zijn ! Maar eigenlijk wil ik dat ook niet, ik voel me heel goed zoals ik ben !
Dat weekend in de Ardennen bracht heel plezierige herinneringen naar boven, ook al is er natuurlijk geen sneeuw in juni.
Het was december, op oudejaar, in hetzelfde huis. Een sfeer dat daar was : veel volwassenen en kinderen die feestten in het hele huis, dag en nacht. En omdat ik graag de boel op stelten zet, moet ik je niet vertellen dat mijn lachspieren hebben afgezien. Gelukkig had ik mijn eigen kamer, wat verder. Maar dat heeft me niet tegengehouden om midden in de nacht mijn eigen feestje te bouwen met de radiator in mijn kamer (weet je nog ? Ik vertelde al hoe ik, toen we daar waren met Allerheiligen, mijn hart verloor aan die radiator en zijn geluidjes. Ik: "Radiator, je mag geen geluidjes maken !" Mama en papa sliepen in de andere kamer, met alleen een dunne muur ertussen en dus hoorde ik ze soms lachen met mijn nachtelijke monologen. Ik (me kwaad makend terwijl ik Meneer René die lispelt nadoe : "Nu is ‘t gedaan, ladiatol ! Je mag geen lawaai maken !"
Niks aan te doen, ik ben compleet weg van het huis in de Ardennen! En zeker als er sneeuw is ! De laatste keer heb ik voor het eerst op de slee gezeten. Goed, oké, het ging nog niet erg bergaf, - er was niet genoeg sneeuw – maar op de weg vol sneeuw en met mama als trekhond, was ik al heel content ! (Papa ontsnapte er aan dankzij zijn schouder, de stouterik). Ik : "sneller, Mama ! Sneller !"
Dat was een week om nooit te vergeten. Maar allez, dit weekend was ook tof, zenne.
De ochtend van de zesde december was ik met mijn linkerbeen uit bed gestapt… ook al was het Sinterklaas ! (Dat moet je maar doen, hé. Ik denk dat ik het enige kind in het hele land was dat slechtgezind was op een zesde december !) Geen idee wat ik had. Ik wou niet naar boven, niet naar beneden. Kwaad gewoon!
Nochtans ging ik al enkele weken goed vooruit, ik wou alles weten en ik durfde veel nieuwe dingen. Mijn ouders snapten niet waarom ik nu plots niks meer wou. Een duidelijke reden is er niet, ook niet voor dat plotse slechte humeur. Maar ook dan ging ik goed vooruit. Het bewijs ?
Het was eind november. Enkele weken lang leerde Marie-Anne ons sinterklaasliedjes op school en deed ze ons een figuurtje knutselen dat op hem trok. Hij was ons zelfs in de klas in levenden lijve goeiedag komen zeggen, met baard en al ! Hij was vroeger ook al eens langsgekomen, maar ik was toen bang voor zijn lange baard : voor ons leek het wel een spinnenweb (wij, blinden, houden niet van zachte dingen die je niet echt kan betasten en voelen). Maar dit keer had ik er goed van geprofiteerd.
Sinterklaas is de heilige van de leerlingen (en van de kinderen). Hij trekt een beetje op de kerstman en we vieren in België zijn feestdag op zes december. Dan krijg je cadeautjes, en het is niet eens kertmis !
Mama en papa hebben me uitgelegd dat je de avond voordien sinterklaasliedjes moet zingen aan de schouw en dat er dan de volgende dag cadeautjes liggen. - Joepie ! - Je mag dan ook niet vergeten om de wortel klaar te leggen voor de ezel en een glas Cognac voor hem. ;-)
Toen papa en papa hoorden dat ik blind was, hebben ze het direct uitgelegd aan mijn zussen (met voor Eva het resultaat dat jullie al kennen) Met mijn grote zus Mathilde, toen negen, liep het helemaal anders. Ze snapte het direct. En ze keek triest. Mathilde : "Dat is jammer… hij zal nooit de landschappen, de bergen, de zee " kunnen zien. Papa (met een krop in de keel die hij probeert te verbergen) : "We zullen het hem uitleggen, beschrijven, doen aanraken..." Mat.: "Ja, maar het is toch anders..." Papa : "natuurlijk, maar zo is het nu eenmaal, meid... " Mat. (die alles vanuit haar eigen interesses bekijkt) : "Hij zal nooit naar tekenfilms kunnen kijken".
Papa heeft duidelijk de doos der herinneringen opengetrokken !
Het heeft maanden geduurd om mijn zus Eva te doen begrijpen dat ik blind ben. Dat was allemaal de schuld van mijn ouders.
Eva vond het geweldig dat ze een broertje kreeg. Ze was toen vier en half. Je kan je al voorstellen hoe ze me behandelde : als een pop. Ze schudde mij heen en weer, ze nam me vast zonder verwittiging, ze duwde mijn fopspeen in de mond zoals je een fles wijn afsluit, enz. Door het dolle heen, heet dat.
Papa en mama bleven haar maar zeggen dat ze wat rustiger moest zijn en me moest verwittigen alvorens ze me vastpakte, omdat ik niet zag. En ik reageerde ook anders dan andere baby’s en dat zag Eva ook wel. Ik keek niet naar haar als ze tegen me sprak. En dus begon ze in mijn oor te schreeuwen als ze mijn aandacht wou trekken. Mijn ouders dan : "Eva, niet schreeuwen in zijn oor ! Lou hoort je heel goed, ook al ziet hij je niet."
Ik babbel in de tegenwoordige tijd, ik babbel in de tegenwoordige tijd… Maar dat is papa’s schuld !
Ik heb veel te vertellen over mijn verleden, ook al moet ik toegeven dat ik niet zo sterk ben in herinneringen. Hoewel ik beetje bij beetje toch begin te babbelen over gebeurtenissen van enkele maanden geleden (zoals het bad dat leegloopt) . Een jaar of meer teruggaan is dus moeilijk voor mij. Maar gelukkig is papa er om mijn geheugen op te frissen.
Ik zou jullie nu dus gewoon willen uitleggen dat toen ik klein was – heel klein bedoel ik – ik naar een kinderopvang mocht die me wou opnemen tussen de zogenaamde "normale" kinderen. Zonder aarzelen. En met een groot hart.
Drie jaar lang was Viviane mijn houvast als kinderverzorgster, mijn tweede mama. Fanny, de directrice, heeft zich volop ingezet voor mijn project, zoals alle andere kinderverzorgsters. En ik kan je wel zeggen dat toen ik er weg moest om naar de "grote school" te gaan, er traantjes gevloeid zijn.