Je snapt het, ik hou van klanken en woorden… En vooral van woordspelletjes. Toen ik voor het eerst het liedje hoorde "Ma serpette est perdue" (waarin je de klinkers in de woorden telkens door 1 andere klinker verandert (Urbanus kent er ook wat van, heb ik gehoord), bijvoorbeeld de "I" : "mi sirpitte i pirdie", was ik direct verkocht. Ik heb er, wat dacht je, niet lang over gedaan om op mijn familie en andere bekenden hetzelfde procédé toe te passen. Ik leg het effe uit, zie. Ik zeg dus "Ouin poinpoin, join vioin proindre loin boin". Geen bal van begrepen ? Oké , dan : "oui, papa, je viens prendre le bain" (Ja, papa, ik kom het bad nemen). Of : " Ji t'ime tri tri firt, mi Pipi !" voor "Je t'aime très fort mon papa !" (Ik hou van jou, papa). En ik heb direct door wat mensen me willen zeggen als ik op die manier aangesproken wordt. Op de vraag van « "Sou vou biou, mou poutout Lou?" (Ca va bien mon petit Lou? – alles goed, Mijn kleine Lou? -), antwoord ik doodgewoon : "Ouais, mouai pouaipouai, souai vouai biouai". (oui, mon papa, ça va bien). Je kan de kop van de mensen op straat al voorstellen als ze ons zo horen praten ! (voor wie het interesseert : op de site op het adres : http://www.scoutspremiere.org/, is het hele liedje te horen).
En om af te sluiten nog een geestig raadseltje : wat betekent : "Ton dons pon onvonr ponr " ? (een van mijn favoriete zinnetjes om me gerust te stellen en je moet er echt niet veel Frans voor kennen). In het vlaams, dat zou maken : "Jon mont nont bong zon".
photo:
|